Een verslag van de 3100 mijl race van 2007 in New York, georganiseerd door het Sri Chinmoy Marathon Team (artikel verschenen in het tijdschrift De Hardloper, oktober 2007).

VOORBIJ DE GRENZEN VAN LICHAAM EN GEEST

Wie dacht dat de marathon lang was mag zich nog eens achter de oren krabben. In New York wordt ieder jaar de langste hardloopwedstrijd ter wereld gehouden over een afstand van 3.100 Engelse mijlen, bijna 5.000 kilometer. Hoewel je met die afstand als een tweede Forrest Gump bijna heel Amerika door zou kunnen rennen, is het parcours opvallend genoeg slechts 833 meter lang. Er worden dus 5.649 rondes gelopen en dat in een tijdsbestek van 51 dagen. Dat is meer dan twee marathons per dag. Dit jaar begon de race op 12 juni en eindigde met de finish van de laatste loper op 14 augustus. Een verslag van een epische tocht naar de uiterste grenzen van het menselijke kunnen.

Op zondag 12 juni is het zover: een klein groepje van elf mannen en één vrouw staat in rustige afwachting van het startschot dat hen zal onderdompelen in een twee maanden lang durende strijd met de grenzen van lichaam en geest. Zo goed en zo kwaad als het gaat hebben ze zich op deze wedstrijd voorbereid. Sommigen trainden 4 uur per dag, anderen slechts een uurtje. De winnaar van dit jaar, de Fin Asprihanal Aalto, trainde als enige ook op snelheid. Hij volbracht de wedstrijd in 43 dagen, 4 uur en 26 minuten- de derde tijd ooit gelopen op de afstand- en haalde daarmee een gemiddeld dagtotaal van 115 kilometer. Maar zoals één van de lopers opmerkt is er eigenlijk niets dat hen werkelijk kan voorbereiden op de enorme afstand."Je weet niet wat je te wachten staat als je voor het eerst meeloopt," vertelt Sopan Tsekov, een Bulgaar die met twee eerdere edities meedeed."Mentaal kan het behoorlijk pittig zijn, fysiek weet je dat het zwaar wordt." Als het startschot klinkt geen geschreeuw en geduw zoals bij een gewone stadsmarathon. Het groepje vertrekt in een bescheiden sukkeldrafje. Er moeten nog 118 marathons gelopen worden, dus waarom haast?

Tijdens de race mogen de lopers zelf hun dag indelen, waarbij ze ervoor moeten zorgen dat ze elke dag hun tax halen van 98 kilometer om de loop binnen de gestelde limiet van 51 dagen uit te lopen. De kilometers van iedere loper worden bijgehouden door speciale tellers. Erg streng is de organisatie echter niet: wie er een paar dagen langer over doet wordt niet van het parcours gehaald, maar mag de race in zijn eigen tempo afmaken. Suprabha Beckjord, een 51-jarige Amerikaanse, kwam dit jaar als laatste loper over de streep in 58 dagen, 7 uur en 54 minuten. Als enige heeft ze aan alle elf edities van de 3100 mijl meegedaan en ze ook alle elf uitgelopen. Ze is ook de enige vrouw in het gezelschap. "Ik krijg hier enorm veel inspiratie van," licht ze haar passie toe. "Iets in mijn ziel houdt gewoon van deze race."

Onderweg krijgen de lopers te maken met tal van lichamelijke en geestelijke ongemakken. Er is natuurlijk de altijd aanwezige vermoeidheid, maar ook krijgt bijna iedereen te kampen met kleine blessures: blaren, scheenbeenvliesontsteking ('shin splints'), gezwollen voeten, enzovoorts. De meeste van die blessures gaan na verloop van tijd of met wat medische hulp gewoon weer over, zeggen de lopers.

Daarnaast zijn er de mentale hordes die genomen moeten worden. "Je gaat door tal van stemmingswisselingen heen," vertelt Smarana Puntigam, een 36-jarige winkelmanager uit Wenen. "Net als in het gewone leven, maar dan intenser. Er waren momenten dat ik het innerlijk moeilijk had, maar die ervaringen zijn als een tunnel waar je doorheen moet. Op een gegeven moment gaat de zon weer schijnen, als je de handdoek maar niet in de ring gooit. Op zo'n moment is het het beste om even een praatje te maken, naar muziek te luisteren of iets anders te doen wat je even uit je hoofd haalt. Het ergste wat je kan doen is te gaan zeuren en klagen." Puntigam liep dit jaar voor de zesde opeenvolgende keer mee. Wordt het met de jaren gemakkelijker om de afstand te volbrengen? "Ik ben wel sneller geworden, maar of het gemakkelijker is? Misschien alleen in de zin dat je mentaal weet dat je het aankunt. Je bent niet meer zo bang van de afstand. Maar het blijft een worsteling."

Tijdens de race wordt hardlopen afgewisseld met wandelen. Dat is noodzakelijk, want de afstand is te lang om continu te blijven rennen. Af en toe worden er ook rustpauzes ingelast. Zo wordt de dag ingedeeld in een duidelijke structuur van ochtend, middag en avond. Van middernacht tot zes uur 's ochtends is er een verplichte rusttijd en mag er niet gelopen worden. De tussenliggende 18 uur worden dus op het parcours doorgebracht. Maar even rustig zitten is er niet bij. "Je moet voortdurend in beweging blijven, anders haal je het dagtotaal niet," legt Beckjord uit. Ook het weer vormt een extra uitdaging. Dit jaar kregen de lopers te maken met zowel hitte als enorme regenval. In sommige dagen steeg het kwik tot boven de 35 graden, terwijl er later weer een tornado over de stad trok en er rivieren van regenwater langs het parcours stroomde. Toch wordt er doorgelopen, als het moet met paraplu in de hand.

De 3100 mijl wordt georganiseerd door het Sri Chinmoy Marathon Team, een internationale hardloopvereniging die is opgericht door meditatieleraar, filosoof en sportman Sri Chinmoy. Deelnemers aan het evenement zijn bijna allemaal leerlingen van Sri Chinmoy en beoefenen meditatie als onderdeel van hun dagelijkse leven."Meditatie is een enorme hulp in deze wedstrijd," zegt Puntigam."Het helpt om de geest te ontspannen en in balans te houden, wat enorm belangrijk is." Australiër Grahak Cunningham dit jaar voor het eerst meeliep, bevestigt dit."Om 5.000 kilometer te lopen moet je je kracht diep van binnen halen. Als je je niet op iets diepers focust kan je gedemotiveerd raken. Je geest raakt overbelast door de pijn van de inspanning." De aanwezigheid van Sri Chinmoy bij de race wordt door de lopers als een extra stimulans ervaren."Sri Chinmoy is mijn inspiratie," aldus Beckjord."Nooit opgeven is zijn motto. Dat laat hij in zijn eigen leven ook zien en dat is waar deze race ook over gaat."

Dat het er in deze loop niet om gaat om als eerste over de finish te komen moge duidelijk zijn. Meer dan een race tegen de klok of tegen andere lopers is deze ultramarathon een strijd met de eigen grenzen en beperkingen. Voor velen is het een manier om tot persoonlijke groei te komen."Je moet voortdurend aan jezelf werken," aldus Puntigam."Het ziet er uiterlijk misschien saai uit, maar innerlijk gebeurt er zoveel. Het is een transformatie. Je maakt een grote innerlijke ontwikkeling door. Aan het einde van de race zijn alle negatieve gevoelens weggesleten en blijft er een enorme openheid, vreugde en enthousiasme over. Er zijn heel veel innerlijke zaadjes die ontkiemen, waar ik later in mijn persoonlijke leven de vruchten van pluk."

Klik hier voor meer informatie en video-verslagen.